Buren hebben het recht het verwijderen van een boom te vorderen indien deze binnen twee meter van de erfgrens staat. Voor heesters en heggen geldt een afstand van een halve meter. De afstand wordt gemeten vanaf het hart van de boom of heg.
Uitzonderingen op deze regel zijn:
Een leiboom is in beginsel een boom en geen heester. Dat betekent dus dat deze in principe op twee meter van de erfgrens gezet moeten worden. Uiteraard kun je de leibomen wel dichterbij zetten, maar dan loop je het risico dat de buurman op een gegeven moment verwijdering vraagt. Daar kun je je tegen indekken door vooraf toestemming van de buurman te vragen om de bomen op minder dan twee meter van de erfgrens te zetten.
Buren hebben het recht de boomeigenaar door middel van een schriftelijke aanmaning, te verzoeken overhangende takken van de boom te verwijderen. Laat de eigenaar dit na, dan mogen de buren de overhangende takken zelf verwijderen, maar niet op het terrein van de eigenaar komen. Voor de kap van wortels is een schriftelijke aanmaning niet nodig. Aan het gebruik van snoeirecht zijn de volgende voorwaarden verbonden: